Deel dit artikel:

100% Getest: Cervélo R5 Force eTap AXS Disc

Er bestaan maar weinig betere reclamecampagnes voor een nieuwe klimfiets dan instant ritwinst op de Mont Ventoux. Dat is exact wat Wout van Aert in de Tour deed met deze nieuwe Cervélo R5. Onze iets minder imposante wattages trappende redacteur mocht op zijn beurt met de R5 op pad.

Een fiets voor klimmers moet uiteraard licht zijn en dus post Cervélo graag een framegewicht van 703 gram met een voorvork van 329 gram. Dankzij de gewichtsbesparing van 130 gram op alleen al het kader komt een kant en klare frameset (frame + vork) maar net boven de magische kilogrens. Verder schaafde Cervélo ook wat grammen van de cockpit en zadelpen.

Niet als alle andere

Aangenaam aan de nieuwe R5 is de herkenbaarheid. En dan hebben we het niet alleen over de zwart met gouden afwerking die naargelang het zonlicht in groen verandert, wel over de afwezigheid van een laag aangezette achtervork. Hier loopt die mooi door naar de bovenbuis en is de zadelpenklem verwerkt in de bovenkant van die achtervork. Dat werkte bij ons betrouwbaar en de opening die achterblijft, wordt mooi afgedekt door een rubberen plug. Voorts ziet het er een redelijk klassieke racefiets uit en dat is tegenwoordig een verademing. Uiteraard integreert de voorvork vloeiend in de onderkant van het frame en zorgt de complete integratie van kabels voor een iets verbeterd aerodynamisch profiel.

Cervélo kiest hier gelukkig niet voor een cockpit uit één stuk, maar voor een stuur met pen, wat uiteraard veel meer verstelmogelijkheden creëert. Opvallend, zowel stuur als stuurpen zijn van carbon en zien we op de vier uitvoeringen (Ultegra Di2, Force AXS, Red AXS en Dura-Ace Di2) terug. De remleidingen lopen via de stuurpen en de spacers (die uit twee helften bestaan en zowel onder als boven de stuurpen te gebruiken zijn, zodat je vlot je positie kan aanpassen zonder de remleidingen te moeten losmaken) in de balhoofdbuis, waar de vorkbuis een inkeping heeft om de leidingen tot bij de remklauwen te krijgen.

Nog stijver? Nee!

Nog belangrijker dan het stijlvolle uiterlijk is het rijkarakter. Dat is op vraag van renners als Tom Dumoulin licht aangepast, terwijl de geometrie gelijk bleef. Vooral extra comfort bleek essentieel. Uiteraard is dat relatief, want het gaat hier nog altijd om een volbloed racefiets. Om een grote ronde comfortabel uit te rijden bleek een aanpassing aan de voorkant noodzakelijk. De zijdelingse stijfheid bleef bewaard, maar dankzij een aangepaste carbon layup worden trillingen wel beter opgevangen.

Een pittig ritje in de Vlaamse Ardennen was daartoe een mooie aanvulling bij onze eerdere ritten met deze Cervélo. Op de kasseien en mindere asfaltwegen bleef de R5 redelijk onverstoorbaar voortgaan. De ingreep lijkt dus geslaagd. De soepele bandjes leveren hiervoor natuurlijk ook een belangrijke bijdrage, maar zelfs met dat type rubber vallen sommige fietsen nog altijd stil doordat ze als een dood stuk hout reageren op de impact van de kasseien. Deze R5 had daar voor alle duidelijkheid dus geen last van. Achteraan merkten we eveneens dat er wel wat klappen worden weggefilterd. Doordat de bovenbuis verder naar beneden afzakt dan bij de vorige R5 steekt er meer zadelpen uit en dat helpt om die pen meer ruimte te geven om door te buigen – een simpele aanpassing die zijn vruchten afwerpt.

De Vittoria Corsa’s zijn misschien maar 25 mm breed, ze vallen wel een stuk dikker uit door de brede velgen. De voorvelg is lager (34 mm) maar breder (22,6 mm intern) en de achtervelg hoger (37 mm) maar smaller (21,6 mm intern). Bij de twee betaalbare uitvoeringen (met Ultegra Di2 en Force AXS) zien we dezelfde velgen als bij de duurdere (Dura-Ace Di2 en Red AXS), maar wel andere naven (DT Swiss 370 versus 240). Die DT240-versie van de Reserve-wielen – trouwens het onderschatte wielenmerk van zusterbedrijf Santa Cruz Bicycles – is gewoon te koop en weegt amper 1335 gram. Door de zwaardere DT370-naven (en waarschijnlijk ook zwaardere spaken) zal het gewicht waarschijnlijk stijgen naar zo’n 1500 gram, maar het blijft duidelijk dat dit een vlot bollende wielset is, die bijdraagt aan het directe karakter van de fiets.

Dalen even leuk als klimmen

Want laat het duidelijk zijn: dit is een directe koersfiets die scherp reageert én messcherp stuurt, zeker in een bochtige afdaling. Dat directe wordt gelukkig niet gepaard aan een nerveus karakter. Dat evenwicht tussen puur koersvermogen en een betrouwbaar rijgedrag maakt er volgens ons een van de beste WorldTour-fietsen van het moment van, passend in het rijtje van de Tarmac SL7, Addict RC, Ostro VAM en SuperSix Evo, als we er vier moeten noemen die we recent hebben getest. Dat soort fietsen springt vooruit bij de minste aanzet, maar doet dat zonder jou het gevoel te geven dat je uit het zadel wordt geworpen bij de kleinste onoplettendheid.

Uiteraard komt dat type topfietsen met een bijpassend prijskaartje en dat is bij deze Cervélo niet anders. De prijslijst start bij de R5 Ultegra Di2 Disc (mechanische schakelgroepen passen niet op deze R5) met 8299 euro en loopt op tot 11.999 euro voor de Dura-Ace Di2 en Red AXS. Onze testfiets is de tweede in de rij en heeft een knappe Force eTap AXS, de draadloze schakelgroep van SRAM met 12 versnellingen achteraan. In deze configuratie krijg je er zelfs de powermeter bij. Over de schakel- en remprestaties ga je evenmin te klagen hebben.

Conclusie

De Cervélo R5 schaart zich in zijn nieuwste gedaante absoluut bij de groten in deze categorie van allround klimfietsen. Met SRAM Force blijft het gewicht hangen op 7,5 kilo maar in de twee lichtste uitvoeringen zal dat sowieso zakken tot rond de 6,8 kilo, wat essentieel is voor een WorldTour-fiets die zich richt op klimmers. Een Vuelta winnen zoals Roglic zal er voor ons zelfs met deze fiets niet inzitten, maar even het Ventoux-gevoel van Wout Van Aerts ritwinst opsnuiven lijkt ons wel heel aanlokkelijk met deze R5. En daarbij gaan we evenzeer genieten van het scherpe bochtengedrag in de afdaling richting Malaucène.

Meer info vind je HIER.

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE