![]() |
Alles moet in Kopenhagen wijken voor de fiets, op het WK-parcours zelfs een deel van een rotonde. (foto belga) |
De Deense hoofdstad heeft de ambitie om het aantal fietspendelaars tegen 2015 op te trekken naar 50%. In de marge van het WK kunnen bezoekers ideeën opdoen over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van milieuvriendelijke vormen van vervoer op de expositie ‘Fietsstad van de Toekomst’.
Dat klinkt allermaal mooi, maar er is ook kritiek op de plannen om de hoofdstad uit te bouwen tot een fietsparadijs. Volgens de Deense fietsfederatie en de toeristische dienst van Kopenhagen bijvoorbeeld wordt de stad alleen maar gevaarlijker, intimiderender en onaangenamer voor fietsers wanneer er steeds meer mensen op het stalen ros kruipen.
“Tijdens het spitsuur zijn er enorm veel fietsers die vechten voor een plaats op de overvolle fietslanen”, zegt Frits Bredal van de Deense fietsfederatie. “Ze worden alsmaar agressiever en roekelozer in het verkeer, ook tegenover de vaak tragere toeristen.” Daarbij komt nog eens dat het in de stad zo goed als onmogelijk is geworden om je fiets te stallen bij grote stations of andere trekpleisters.
MAKKELIJK PARCOURS MET VERRADERLIJK SLOT
![]() |
Wat bakt Gilbert ervan op Geels Bakke, de verraderlijke aankomststrook? (foto belga) |
Na een korte afdaling en een bocht naar rechts wacht het bos van Rudersdal. Het is een rustige, groene omgeving met licht golvende, kronkelende wegen, waar het dagelijks krioelt van de recreanten die er hun rondjes komen malen.
Van Rudersdal gaat het naar Sollerod. Na een bocht van 90° naar links slingert de Mothsvey licht omhoog richting het Slot van Sollerod. Ook richting het dorpje Overod is er nog een stuk vals plat, maar daarna volgt een lange afdaling naar deelgemeente Holte, die enkel onderbroken wordt door twee bruggen over de E47.
Op weg naar Naerum zijn er nog slechts drie bochten van 90° naar rechts te gaan tot de finish. Na de tweede bocht bevindt zich aan de rechterkant het meer van Örholm, met meteen daarna een rotonde die speciaal voor het WK en het comfort van de renners voor één derde is uitgesneden.
Na een lang recht stuk volgt de laatste bocht naar rechts richting de bossen van Geelsskov. De eerste 400 meter zijn nog vlak, maar dan volgt met Geels Bakke nog 500 meter in stijgende lijn tegen 5 à 6%. De meest gemaakte vergelijking van de slothelling is die met de Charles de Kerckhovelaan in Gent, waar Gert Steegmans in 2007 een Tourrit won voor Tom Boonen.
Conclusie: het makkelijkste WK sinds Zolder 2002, al is de laatste helling “verraderlijk” te noemen. Spek naar de bek van Gilbert?